isolatiewaarden

praat een mondje mee over isolatiewaarden

Of je nu bouwt of renoveert: daar komt hoe dan ook flink wat bij kijken. Vakmannen en -specialisten komen dagelijks over de vloer en ze gebruiken vaktermen die je voordien nog nooit hoorde. Hier leggen we je alvast de verschillende waarden uit die gepaard gaan met isolatie. Zo kan je vlot meepraten met onze isolatiespecialist!

  • Lambda-waarde (symbool λ)

Deze waarde heet ook de warmtegeleidingscoëfficiënt. Deze waarde geeft de thermische geleiding van het isolatiemateriaal aan. Om goed te isoleren, moet een materiaal zo min mogelijk geleiding bieden aan warmte en koude. Hoe lager de lambda-waarde, hoe beter het materiaal dus isoleert. Deze waarde wordt uitgedrukt in Watt per meter Kelvin (W/m.K). Voor glaswol is de waarde gelijk aan 0,035 W/m.K, voor PUR-PIR kan dit naar 0,022 W/m.K gaan.

  • Rd-waarde

De warmteweerstand van een isolatielaag geeft aan hoe goed een isolatiemateriaal van een bepaalde dikte isoleert. Hoe groter deze waarde, hoe meer weerstand de laag biedt tegen warmteverlies –of transport en hoe beter de materiaallaag isoleert. Deze waarde speelt ook een rol bij het toekennen van een energie- en isolatiepremie. Er is een minimale Rd-waarde vereist om aanspraak te maken op de premie.

De berekening van deze waarde doe je door de dikte van de isolatielaag (in meter) te delen door de lambda-waarde. Een voorbeeld: voor glaswol (λ = 0,035 W/m.K) met een dikte van 18 cm, is de Rd dus 0,18 m/0,035 W/m.K = 5,1 m²K/W.

  • U-waarde

Deze waarde heet ook wel de warmtedoorgangscoëfficiënt. Dit getal geeft de isolatiewaarde van de constructiedelen, zoals het dak en de afwerking ervan of de muren en al wat daarbij hoort, weer.

Deze waarde wordt uitgedrukt in W/m².K . Ook deze waarde moet zo laag mogelijk zijn, want dat betekent dat er weinig warmte verloren gaat. In de EPB-eisen kan je de maximaal toelaatbare U-waarde voor een dak, gevel en vloer terugvinden.

Je kan deze waarde berekenen door alle warmteweerstanden (Rd) van de verschillende materialen van de constructie op te tellen, waarbij je rekening houdt met de overgangsweerstanden. Zo bekom je dus de totale Rd-waarde van dat constructiedeel. De U-waarde is dan gelijk aan 1/totale Rd.

  • EPB

EPB is de afkorting van Energieprestatie en Binnenklimaat. Concreet komt het erop neer dat alle woningen waarvoor vanaf 1 januari 2006 een aanvraag om te bouwen of verbouwen werd ingediend, aan bepaalde eisen moeten voldoen op vlak van energieprestatie en binnenklimaat. Dan hebben we het niet alleen over isolatie, maar ook over luchtdichtheid, zonnepanelen en ventilatie- en verwarmingssystemen.

Aan welke EPB-eisen een te renoveren gebouw moet voldoen, is afhankelijk van verschillende factoren. Isolteam geeft je met plezier meer uitleg. Let op: ook bij renovatie is een EPB-verslag soms nodig, maar bij eenvoudige renovatiewerken, zoals dakisolatie, of het na-isoleren van de spouwmuur, is dit niet van toepassing.

  • E-peil

Het E-peil drukt de globale energieprestatie uit van je woning. Dit getal geeft een inzicht in het energieverbruik van je woning. Hoe lager het E-peil, hoe minder energie een woning nodig heeft voor ruimteverwarming, de productie van sanitair warm water, elektriciteit …

Het E-peil is één van de eisen uit de EPB. Voor nieuwbouwwoningen moet je nu voldoen aan een maximum E-peil E30. Dit betekent dat je vanaf 2021 sowieso bijna-energieneutraal of BEN bouwt. Ook voor een ingrijpende energetische renovatie (IER) is er een maximaal E-peil: E70, vanaf 2020 wordt dit maximum E60.

  • S-peil

Vanaf 1 januari 2018 zullen het K-peil en de Netto Energie Behoefte (NEB) vervangen worden door een nieuwe indicator voor de isolatie- en ventilatiewaarde van een nieuwbouwwoning: het S-peil of schilpeil. Ook het S-peil is een eis uit de EPB.

Het S-peil is een indicator die alle kwaliteiten van de gebouwschil gelijkwaardig evalueert: de energie-efficiëntie. Het vat alle energetische kwaliteiten van de schil (zowel de winsten als de verliezen) samen tot één getal. Het zegt hoe goed de schil bestand is tegen koude winterdagen, maar ook of er genoeg zonnewering is op hete zomerdagen en of de woning een efficiënte vorm heeft. Om een woning een voldoende laag S-peil te doen behalen, is een luchtdichtheidstest ('blowerdoortest') nodig.

De S-peileis start met S31 voor bouwaanvragen vanaf 1 januari 2018. Bouwaanvragen vanaf 1 januari 2022 moeten aan S28 voldoen.

Opgelet: voor renovaties geldt het S-peil niet.

  • EPC

EPB valt niet te verwarren met EPC, welke staat voor Energie Prestatie Certificaat.

Het EPC informeert mogelijke kopers of huurders vooraf over de energiezuinigheid van de woning.

Na het indienen van de EPB-aangifte, krijgt u in geval van nieuwbouw of een 'ingrijpende energetische renovatie' een Energieprestatiecertificaat Bouw (EPC Bouw) van uw EPB-verslaggever. Dat EPC Bouw informeert of uw woning aan de EPB-eisen voldoet en vermeldt onder andere het E-peil en het energielabel.

Hebt u geen geldig 'EPC Bouw'? Dan moet u een 'EPC voor een bestaande woning' laten maken.

Na een verbouwing waarbij ook aan EPB-eisen voldaan moest worden, moet bij verkoop of verhuur ook een 'EPC voor een bestaande woning' opgemaakt worden. Dit certificaat wordt opgesteld door een energieverslaggever type A. Die laatste maakt volgens gegevens zoals de raamkwaliteit en verwarmingsmethodes een analyse en uiteindelijk een EPC-score of energielabel. Het energielabel gaat van A+ tot F. Het energielabel komt overeen met een waarde tussen 0 en 700, waarbij 0 energieneutraal is en 700 zeer energieverslindend. De Vlaamse doelstelling is om tegen 2050 alle woningen onder 100 kWh/m²jaar of op energielabel A te krijgen.

 

  • µ-waarde

Waterdamp wil steeds van een zone gaan met een hoge concentratie aan damp, naar een zone waar er minder waterdeeltjes zijn. Dit transport noemen we diffusie. De dampdiffusieweerstand of µ-waarde geeft aan in welke mate een materiaal waterdamp doorlaat. Het geeft aan hoeveel keer meer een materiaal weerstand biedt tegen dit transport dan bij een stilstaande luchtlaag van dezelfde dikte. De µ-waarde is daardoor een dimensieloze waarde, zonder eenheid. Deze µ-waarde is verschillende van materiaal tot materiaal en kan bij sommige materiaal bijna oneindig zijn, zoals bij glas of staal.

 

  • Sd-waarde (symbool µd)

Maar materialen komen in een woning altijd voor met een bepaalde dikte. Met de dikte bepalen we de µd-waarde. De µd-waarde bekomen we door de µ-waarde te vermenigvuldigen met de dikte van de materiaallaag (in meter). De µd-waarde heeft dus wel een eenheid, uitgedrukt in meter. Soms wordt ook gesproken over de Sd-waarde. Hoe hoger dit getal, hoe meer dampremmend het materiaal is. Een dampscherm uit PE-folie heeft een µd-waarde van 100 m, terwijl een vochtregulerende dampscherm een µd-waarde heeft van 0,2 m tot 20 m. Bij een dampopen onderdak spreken we van een µd-waarde van 0,03 m.

 

  • Warmteopslagcapaciteit

De warmteopslagcapaciteit of volumieke warmtecapaciteit is het vermogen van een materiaal om warmte op te slaan. Hoe hoger de warmteopslagcapaciteit van een isolatiemateriaal, hoe beter de bescherming tegen hitte in de zomer. Concreet slaat het isolatiemateriaal de warmte dan langer op vooraleer deze afgegeven wordt aan de binnenruimte. Het resultaat van deze ‘faseverschuiving’ is dat het binnen langer koel blijft.

De warmteopslagcapaciteit wordt uitgedrukt in J/m³.K, en is het product van de volumieke massa (ρ) en de soortelijke warmtecapaciteit (of specifieke warmte, Cp) van een isolatiemateriaal. Met een soortelijke warmte van 2100 J/kgK scoort houtwol merkelijk beter dan bijvoorbeeld EPS (1450 J/kgK) of minerale wol (1030 J/kgK). Ook cellulose (2000 J/kgK) staat bekend om zijn uitstekende warmteopslagcapaciteit.

Nog vragen over isolatiewaarden?

Heb je meer vragen over de isolatiewaarden of isolatie in het algemeen? Download ons uitgebreid isolatieboek of contacteer onze specialisten.